Pijl
Back

ZOEK MET

Solution Finder

Ontdek en vind de beste producten voor uw activiteit

ONTDEK ONZE

Oplossing per industrie

Gebruik deze tool om onze assortimenten te ontdekken

Back

EFFICIËNTE LEVERANCIER

Climalife

EXPERTISECENTRUM

Circulaire economie

OVER DE HELE WERELD

Contacteer ons

28.06.2010

Een retrofit veroorzaakt bezorgdheid bij vele partijen

De airconditioning van de informaticaruimtes van het “centre national d’exploitation du système” (CNES) voor het elektriciteitsnetwerk (RE) is essentieel voor de correcte werking en de veiligheid van het elektriciteitssysteem in Frankrijk.

De omschakeling van de ijswatergroepen op R-427A is een uitdaging geweest voor ervaren professionals en vormt de gelegenheid om een controle uit te voeren.RTE, ook wel genoemd “de beheerder van het vervoersnet” (GRT), een filiaal van de groep EDF in Saint Denis (93) beheert het Franse vervoersnet voor elektriciteit. Het vervoert de elektriciteit tussen de elektriciteitleveranciers en de verbruikers en stelt de productie en de consumptie voortdurend bij dankzij een ultrageperfectioneerd informaticasysteem dat SNC heet.

Om de airconditioning van dit systeem te verzorgen zijn in 1996 zes Carrier ijswatergroepen op R-22 geïnstalleerd en verdeeld in twee aparte technische ruimtes. Indien de groepen in één ruimte defect raken nemen de andere groepen het onmiddellijk over, zonder dat de koudeproductie stagneert.

Jean-Luc Faugeron, technisch manager belast met de exploitatie van de site, is bewust van de komende wijzigingen in de reglementeringen betreffende de HCFK’s en loopt al sinds 2007 vooruit op het einde van R-22 om niet weer in een crisissituatie terecht te komen zoals bij het einde van R-12 en verdiept zich in de toekomst van de installaties.

“Gezien het gevaar voor een beperkte beschikbaarheid van geregenereerd R-22 tussen 2010 en 2014 en in het kader van onze verantwoorde aanpak ten aanzien van duurzame ontwikkeling en energiebesparing, moesten we de beste oplossing vinden op deze problemen”, legt Jean-Luc Faugeron uit. Wat moest er gebeuren? De ijswatergroepen vervangen door nieuwe installaties of ze retrofitten? Dat was de vraag.

De oplossing van een nieuwe installatie werd al snel afgekeurd door de RTE, gezien de hoge kosten die dit met zich mee zou brengen (afbraak van de ondergrondse structuur, bijzonder moeilijk onderhoud in verband met een eventueel defect tijdens de omschakeling,…). De keuze is toen gevallen op een retrofit.

R-417A, voorgesteld als een doeltreffende transitievloeistof, wordt gedurende drie maanden getest op één van de groepen maar voldoet niet aan de eisen van het benodigde koelcapaciteit, deze is te zwak vergeleken met R-22. RTE richt zich vervolgens tot Serge François, directeur technische toepassingen van Climalife, voor een expertise van het probleem.

Na een vergelijkende thermodynamische en energetische schaaltest met beschikbare oplossingen zoals R-422D, R-407C en R-427A op verzoek van RTE, raadt Climalife in eerste instantie R-427A aan om zijn beperkte energieverbruik en een koelvermogen die vergelijkbaar is met die van R-22.

De door Carrier voorgestelde oplossing R-407D wordt niet gekozen gezien de hoge kosten voor vervanging van de directe expansie, de regulering en de wijzigingen op de compressoren.
R-422D werd getest zonder olievervanging volgens de aanbevelingen van de producent, maar het prestatieverlies was te groot en werd benadrukt door overtollige olieresten in de multiplexverdamper. Zelfs met vervanging van de olie is RTE niet tevreden over het resultaat.

Na de tests die zijn uitgevoerd op de groep nr. 4 met R-427A door de heer Brunet, een koeltechnicus die het onderhoud van de site verzorgt voor Climea, bevestigde Jean-Luc Faugeron de keuze van deze HFK. Hij geeft bovendien aan dat “de technische ondersteuning en de begeleiding van Climalife bijzonder belangrijk zijn geweest, Serge François heeft bijzonder snel onze problemen begrepen en heeft me kunnen helpen bij het opbouwen van een argumentering om de directie te overtuigen om in deze oplossing te investeren.”

Gelijktijdig doen de heer Brunet en Jean-Luc Faugeron een beroep op de onderneming HRS, een specialist op het gebied van het herstel van koelcompressoren, om de 4 semihermetische compressoren van 410 kW in elk van de Carrier groepen te onderzoeken. “Bij een retrofit met een vervanging van de olie is het belangrijk dat de compatibiliteit van de lagers, pakkingen en oliepompen wordt gevalideerd”, benadrukt Yann le Guenn, directeur van HRS. Vervolgens heeft de onderneming de lagers van de compressoren geleverd en geïnstalleerd en de vervangingsmethode hiervan doorgegeven aan Climea, om deze uit te voeren op de vijf andere groepen die moeten worden geretrofit.

De keuze van de vloeistof en de audit van de compressoren waren uitgevoerd, bleef alleen nog het reguleringsprobleem van de groepen over.
Er werd een marktonderzoek uitgevoerd. Systemen waarin alle elementen (sensoren, regulatoren,…) en communicatieprotocollen van hetzelfde merk moeten zijn werden afgewezen, dit werd als te beperkend beschouwd. Carel is gekozen om de standaard producten, de open programmering en de concurrerende prijzen. De mogelijkheden die door Carel geboden worden zijn bijzonder interessant op het gebied van beheer op afstand, wat de heer Faugeron in staat heeft gesteld om een nieuw beheer van deze groepen te overwegen via een cascadecommunicatie.

De automaat van de 3e generatie van de serie Pco werd dus door de onderneming SNEF geïnstalleerd op de eerste koudegroep, een partneronderneming van het Cnes die door Carel wordt erkend. De automaat omvat een losse touchscreen met het schema van de oude Carrier regulator die met R-22 gebruikt werd. “Dit scherm is een pluspunt voor de koeltechnicus, hij kan alles in één oogopslag zien tijdens het onderhoud” benadrukt RE. De Driver EVD Carel regelt de oververhitting van R-427A.”

Uiteindelijk, als de retrofit van de zes ijswatergroepen voltooid is en de automaat in het geheel zal zijn geïnstalleerd, zal een communicatie plaatsvinden tussen de koeltorens zodat RTE autonoom is en de airconditioning van het informaticasysteem op de schermen kan worden bewaakt.
Jean-Luc Faugeron is geheel tevreden en heeft alle partijen gefeliciteerd voor hun begeleiding en professionaliteit in dit project. Hij benadrukt nu uit eigen ervaring dat “de keuze van het koudemiddel moet worden aangepast aan elke toepassing”.

Auteur : D. Martin